Onafhankelijkheidsverklaring

Vorming koloniaal verzetsleger (1774)

In 1774 slaagden de kolonies erin hun krachten te verenigen. Het verzet groeide het jaar nadien tot een echte vrijheidsstrijd uit. George Washington kreeg de leiding over de opstandige milities. Al op 4 juli 1776 riepen de dertien koloniën hun onafhankelijkheid uit. De Onafhankelijkheidsverklaring werd opgesteld door een comité onder leiding van Thomas Jefferson en steunde op de verlichte vrijheidsideeën.

Onafhankelijkheidsverklaring  1776 

De volgende waarheden houden wij voor vanzelfsprekend: dat alle mensen gelijk geschapen zijn, dat zij door hun schepper begiftigd zijn met onvervreemdbare rechten, dat daartoe behoren het leven, de vrijheid en het streven naar geluk. Dat om die rechten te vrijwaren, regeringen opgericht worden onder de mensen die hun rechtmatig gezag afleiden van de instemming van de onderdanen. Dat wanneer enige vorm van regering een bedreiging wordt voor deze doeleinden, het volk het recht heeft deze regeringsvorm te wijzigen of af te schaffen. 
Uittreksel uit de Onafhankelijkheidverklaring, opgesteld onder leiding van Thomas Jefferson in 1776.
 
 

Informatieve fiche ter gelegenheid 'Independence Day'

 
 
 
 

Alle mensen zijn gelijk geschapen...

Het meest schandalige was dat de revolutie in de dertien koloniën geen enkele vrijheid gebracht had voor de slaven in het zuiden en slechts beperkt in het noorden - hoewel Condorcet verwachtte dat de slavernij in New York, New Jersey en andere noordelijke staten spoedig zou worden afgeschaft en dat 'deze smet niet lang de zuiverheid van de Amerikaanse wetten zou blijven bezoedelen'. Zelfs in Pennsylvania, bakermat van de antislavernijbeweging uit de jaren 1760, waar het hardst gewerkt werd aan de afschaffing van de slavernij, bleef onder de wetgeving van 1780 complete bevrijding een zaak van toekomstige generaties. Bestaande slaven kwamen pas vanaf hun achtentwintigste levensjaar in aanmerking voor vrijheid.

Naar: J. Israel, Revolutie van denken, 2011.